SV | Maar wij zullen ganselijk doen al hetgeen uit onzen mond is uitgegaan, rokende aan Melecheth des hemels, en haar drankofferen offerende, gelijk als wij gedaan hebben, wij en onze vaders, onze koningen en onze vorsten, in de steden van Juda en in de straten van Jeruzalem; toen werden wij met brood verzadigd, en waren vrolijk, en zagen geen kwaad. |
WLC | כִּ֩י עָשֹׂ֨ה נַעֲשֶׂ֜ה אֶֽת־כָּל־הַדָּבָ֣ר ׀ אֲשֶׁר־יָצָ֣א מִפִּ֗ינוּ לְקַטֵּ֞ר לִמְלֶ֣כֶת הַשָּׁמַיִם֮ וְהַסֵּֽיךְ־לָ֣הּ נְסָכִים֒ כַּאֲשֶׁ֨ר עָשִׂ֜ינוּ אֲנַ֤חְנוּ וַאֲבֹתֵ֙ינוּ֙ מְלָכֵ֣ינוּ וְשָׂרֵ֔ינוּ בְּעָרֵ֣י יְהוּדָ֔ה וּבְחֻצֹ֖ות יְרוּשָׁלִָ֑ם וַנִּֽשְׂבַּֽע־לֶ֙חֶם֙ וַנִּֽהְיֶ֣ה טֹובִ֔ים וְרָעָ֖ה לֹ֥א רָאִֽינוּ׃ |
Trans. | kî ‘āśōh na‘ăśeh ’eṯ-kāl-hadāḇār ’ăšer-yāṣā’ mipînû ləqaṭṭēr liməleḵeṯ haššāmayim wəhassêḵə-lāh nəsāḵîm ka’ăšer ‘āśînû ’ănaḥənû wa’ăḇōṯênû məlāḵênû wəśārênû bə‘ārê yəhûḏâ ûḇəḥuṣwōṯ yərûšālāim wanniśəba‘-leḥem wannihəyeh ṭwōḇîm wərā‘â lō’ rā’înû: |
Maar wij zullen ganselijk doen al hetgeen uit onzen mond is uitgegaan, rokende aan Melecheth des hemels, en haar drankofferen offerende, gelijk als wij gedaan hebben, wij en onze vaders, onze koningen en onze vorsten, in de steden van Juda en in de straten van Jeruzalem; toen werden wij met brood verzadigd, en waren vrolijk, en zagen geen kwaad.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Maar wij zullen ganselijk doen al hetgeen uit onzen mond is uitgegaan, rokende aan Melecheth des hemels, en haar drankofferen offerende, gelijk als wij gedaan hebben, wij en onze vaders, onze koningen en onze vorsten, in de steden van Juda en in de straten van Jeruzalem; toen werden wij met brood verzadigd, en waren vrolijk, en zagen geen kwaad.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!